Twee weken geleden postte ik een nieuw mini-onderzoekje naar taalvariatie, met als onderwerp citrusvruchten. Het heeft even geduurd eer ik de antwoorden kon verwerken. Hier volgen alvast de eerste resultaten.
[Dit artikel is verhuisd naar http://www.taalverhalen.be]
DirkJan gezegd:
Heel aardig zo’n onderzoekje met behulp van internet en sociale media; het werpt zijn vruchten af. De uitkomsten vind ik niet heel verrassend, maar als Nederlander (1960) heb ik nog wel een paar opmerkingen.
Wat me opvalt is dat het gebruik van alle benamingen in Nederland niet aan een bepaalde regio is verbonden. En dat brengt mij toch op de gedachte dat een aantal gegeven antwoorden door Nederlanders mogelijk berust op encyclopedische kennis en niet zozeer door ervaring in het spraakgebruik. Veel mensen wisten niet wat de vrucht van de eerste afbeelding was, ik ook niet, maar kennelijk nog een redelijk aantal wist dat wel. Bij mijn weten is de pompelmoes als oorspronkelijke vrucht geheel onbekend in Nederland. Maar wellicht dat hij de laatste jaren door alle foodtrends wel ergens te koop is. Is er iets te zeggen over de leeftijd van de mensen die wel wisten wat voor vrucht het was? En is het in Vlaanderen dan nog wel enigszins bekend?
Ik weet van het verschil in benaming van pompelmoes voor grapefruit tussen Vlaanderen en Nederland, dat geldt ook voor appelsien versus sinaasappel. Maar bij mijn weten wordt pompelmoes nooit gebruikt in Nederland voor een grapefruit. Ik heb het mijn hele leven nog /nooit/ gehoord of gelezen, maar het onderzoek spreekt dat tegen. Voor appelsien geldt hetzelfde. Maar ik weet wel dat beide woorden Vlaams zijn, dat is dan encyclopedische kennis. En in Nederland kent vrijwel iedereen wel de merknaam Appelsientje voor sinaasappelsap uit een pak. Het is een algemeen bekend merk dat ruim tien jaar geleden de verzamelnaam werd van allerlei andere vruchtensapvarianten, waaronder ook het vroeger bekende Pompelmoentje, grapefruitsap (heet nu Appelsientje – pompelmoen). Nederlanders kennen hierdoor dus goed de associaties met appelsien en pompelmoes, maar volgens mij wordt het in het taalgebruik nooit zo benoemd of gebruikt, alleen sinaasappel en grapefruit. Maar het onderzoek wijst anders uit en vraag ik me hier ook af of leeftijd een rol speelt? Gebruiken oudere Nederlanders nog de woorden appelsien en pompelmoes, of misschien juist wel jongere? Of mensen hebben enkel op basis van encyclopedische kennis deze antwoorden aangevinkt?
[ NB. De roze pompelmoes is in Nederland dan bekend als de roze grapefruit. Maar dat is ook pas een trend van de laatste jaren. Voorheen waren er doorgaans alleen maar witte grapefruits te koop. De roze grapefruit is veel zoeter en daardoor kennelijk populair geworden. In Nederland kennen we ook de soortnaam clementines voor mandarijnen, maar ik weet niet of (jongere?) mensen nog weten wat het verschil is. Volgens mij zijn clementines als begrip en vrucht bekender in Vlaanderen en worden ze daar ook verkocht met nog groene blaadjes eraan. In Nederland is dat niet het geval en worden clementines volgens mij ook gewoon mandarijnen genoemd, mandarijnen met weinig pitjes. ]
WebredMiet gezegd:
Ik heb meer gegevens verzameld dan ik voor dit resultaat heb verwerkt. Ik heb onder meer gevraagd naar de leeftijd van de invuller. Helaas ontbreekt mij momenteel de tijd om die gegevens mee te verwerken. Het is volgens mij inderdaad interessant om dat eens te doen, zeker in verband met de eerste afbeelding.
Ik heb de invullers gevraagd te zeggen hoe ze de afgebeelde vruchten zelf noemen. Het nadeel aan formulieren als deze is – uiteraard – dat ik er niet bij ben als ze worden ingevuld, en ik dus niet kan nagaan of de invuller oprecht opgeeft wat hij zelf actief gebruikt, of zich beperkt tot wat hij passief kent (encyclopedische kennis). Ik weet ook niet in hoever hij zich laat leiden door de gesuggereerde antwoorden. Dat zijn aspecten van deze opvraagmethode waar ik rekening mee moet houden. In een uitgebreider en diepgaander onderzoek wordt dit opgevangen door nadien een aantal mondelinge interviews ter plekke te gaan afnemen. Helaas is dit geen uitgebreid (en gesubsidieerd) onderzoeksproject, en kan ik dit niet in de praktijk brengen. Ik hoop alleen dat mijn mini-onderzoekjes aanleiding kunnen geven tot diepgaander onderzoek. Aanvullingen zoals die van u zijn uiteraard ook altijd welkom.
janien gezegd:
Gelukkig Nieuwjaar allereerst! O wat kom ik laat: geweldig interessant, deze citrussteekproef. Deelname gemist! Heel eigenaardig dat Nederland (haast) geen ‘pompelmoes’ eet of drinkt, en dat in een tijd van zoveel gezonde sapjes! En dat mandarijn en clementine in het noorden door elkaar gebruikt worden. En er daar ook – tot op zekere ‘hoogte’ ‘appelsien’ wordt gegeten. Appelsien, laat u zien, pas maar op of ik eet u op! In de verleden tijd – die van het ABN – leerde ik: zeg NIET appelsien, WEL sinaasappel.
Idd, de clementijntjes hebben groene blaadjes, voelen meestal iets ‘harder’ en zijn wat bolvormiger dan mandarijntjes toch, die iets ‘platter’ ogen. Ze geuren ook lichtjes anders, niet? Of ze al dan niet pitten bevatten, hangt volgens mij van de soort af: ik heb al zowel mandarijnen als clementines vol pitten gekocht.
Toch nog even over de pompelmoes of in het Nederlands Nederlands grapefruit: ik heb het nooit anders geweten dan dat op de markt of in de supermarkt de witte, roze en zeldzamer de rode pompels broederlijk naast elkaar lagen. De witte pompelmoezen smaken idd bitterder maar de laatste jaren lees ik dat bitter in de mond het hart niet altijd gezonder zou maken, dat net de rode kleur op stoffen duidt die je jonger houden. Zo ook de ‘bloedappelsien’ … Nu.
Edwin gezegd:
Net zestig geworden, daar u hebt mijn leeftijd er gratis bij, verbaast het me dat iemand niet van het bestaan van pompelmoezen afweet. Ik ken ze in elk geval al heel mijn leven. Overigens bestaan er wel meer soorten dan er – tot nu toe – hier vernoemd worden. De witte én de gele (vroeger alom verkrijgbaar), de roze (kwam wat later), de rode (nog later en slechts een beperkte periode van het jaar verkrijgbaar) en sinds zeker een tiental jaar de “sweetie” (een witte zeer zoete, ook slechts een maand of twee te vinden in de supermarkt). Als je wikipedia gelooft, is “De vrucht … even groot als de pomelo”. Helemaal niet dus, Een sweetie is even groot als een gapefruit / pompelmoes. Dat in Nederland een gapefruit bekender is, verbaast me niets, dat is immers de Engelse benaming van dat gezonde stuk fruit. En, ook een pomelo is een (halve) pompelmoes maar wel een stuk groter (althans de exemplaren die je in de supermarkt vindt toch).
DirkJan gezegd:
Om het nog kort op een rijtje te zetten, Je had dus eerst de sinaasappel en de pompelmoes. Dat zijn twee oervruchten. Die hebben ze gekruist en daar kwam de grapefruit uit en die in Vlaanderen ook pompelmoes wordt genoemd, maar het ergens dus niet is. De pomelo is weer een kruising tussen een grapefruit en de oorspronkelijke pompelmoes. En om het nog ingewikkelder te maken, de sweetie is een recente kruising tussen een grapefruit en een pomelo.
Tegenwoordig zullen al deze vruchten ook in Nederland verkrijgbaar zijn, maar het meest gangbare is toch de gewone gele grapefruit, of de roze. En in tegenstelling tot een sinaasappel of een mandarijntje wordt de grapefruit in Nederland vrijwel alleen gegeten na het avondeten als toetje. Je krijgt dan een halve grapefruit op je bord waar je suiker overheen doet. Met een lepeltje eet je dan het vruchtvlees op. Het vruchtvlees wordt/.werd in Nederland ook wel gebruikt voor een garnalencocktail; stukjes grapefruit, Hollandse garnalen en whiskysaus.in een groot glas. Ik raad altijd iedereen af om dat niet te doen, want hoewel grapefruit beslist lekker is, vind ik het totaal ongeschikt voor een combinatie met lekkere garnaaltjes. Maar ja, smaken kunnen verschillen.
Edwin gezegd:
“Ik raad altijd iedereen af om dat niet te doen…” Ergo: je raadt het aan, maar dan klopt de rest van je zin niet!
DirkJan gezegd:
Taalkungdige Leoni Cornips en kenner van het Nederlands-Limburgs maakte onlangs in een andere context melding dat appelsien in Nederlands Limburg ook de benaming is voor sinaasappel. Het artikel begint er gelijk mee.
http://nederl.blogspot.nl/2015/01/appelsien-en-djoeken.html
DirkJan gezegd:
Herstel: Taalkundige Leonie Cornips.
Edwin gezegd:
Appelsien blijkt in de meerderheid der Europese talen de vorm te zijn. In Nederland heeft men het over China’s appels (–> sinaasappel), de meeste andere andere talen komen uit op “Appels uit/van China” (–> appelsien).
WebredMiet gezegd:
De oorspronkelijke vorm in het Nederlandse taalgebied is volgens Jan Stroop ‘appelsien’, een leenvertaling van het Franse ‘pomme de chine’. Maar omdat in het Nederlands (en andere Germaanse talen) bij samenstellingen het bepalende deel normaal gesproken achteraan staat, zijn de delen op een gegeven moment van plaats verwisseld (metathesis), en krijg je de vormen ‘sinaasappel’ en zelfs ‘sienappel’. Zie voor het hele verhaal: http://www.janstroop.nl/2013/07/508/.
Edwin gezegd:
Een element dat ik bij Jan Stoop niet terugvindt is de “aardrijkskundige omschrijving” die in zowel sinaasappel als appelsien zit. De andere voorbeelden die hij aanhaalt (vb. nootmuskaat – muskaatnoot) bevatten die aardrijkskundige component niet. Overigens is het Duits bij mijn weten ook een Germaanse taal en daar (zoals in Oostenrijk en Zwitserland) spreekt men wel degelijk over een appelsien (Apfelsine) of anders over een “Orange” (hebben die sakkerse Duitsers dat ook overgenomen uit het Frans, in plaats van de vorm sinaasappel?). Jan Stoop zegt helemaal niet wat de oorspronkelijke vorm is in het Nederlands: “Het feit dat beide vormen bij de huidige stand van het bronnenonderzoek ongeveer in dezelfde periode voor het eerst geattesteerd zijn, laat natuurlijk geen conclusie toe met betrekking tot hun onderlinge chronologie”. Dat appelsien een vertaling is uit het Frans, laat ik voor zijn rekening. Dat hoeft helemaal niet het geval te zijn. Een samentrekking van “appels uit China” is even veel waard als verklaring. Dat sinaasappel dus later zou gekomen zijn omdat er geen homoloog woord voor bestaat in het Frans, lijkt mij een heel zwak argument. Wat niet wegneemt dat ik het liefst appelsienen eet.